houden voor (v) (beschouwen als) | mena (v) (beschouwen als) |
houden voor (v) (algemeen) | betrakta som (v) (algemeen) |
houden voor (v) (algemeen) | anse (v) (algemeen) |
houden voor (v) (beschouwen als) | anse (v) (beschouwen als) |
houden voor (v) (algemeen) | mena (v) (algemeen) |
houden voor (v) (beschouwen als) | betrakta som (v) (beschouwen als) |